Voedingsmiddelen | Vooral kip en rauwe melk |
Eigenschappen | Toxinevormend |
Frequentie | (rauwe) kip en rauwe melk hoog |
Ernst | Hoge kans ziekte na eten besmet voedsel |
HACCP | Binnen kip-, vis-, en zuivelverwerkingsindustrie is het altijd een CCP binnen het verwerkingsproces; bij andere industrieën is risico-inventarisatie nodig |
Preventieve maatregelen |
|
Ziektebeeld |
complicaties en blijvend letsel mogelijk. |
Algemeen
Campylobacter jejuni dankt zijn naam aan zijn typische S-vorm of V-vorm. Campylo betekent namelijk gebogen en bacter betekent staafje. Oude namen voor dezelfde bacterie zijn o.a. Vibrio jejuni, C. fetus. Campylobacter kent in totaal 14 soorten. C. jejuni, C. coli, C. intestinalis veroorzaken diarree, maar C. jejuniis de belangrijkste ziekteveroorzaker (99%).
Origine van Campylobacter jejuni
C. jejuni komt veel voor bij vee, huisdieren in het riool en in rivieren. Hoewel deze bronnen vaak betrokken zijn bij een uitbraak, voelt Campylobacter zich echter overal thuis. C. jejuni vindt men vaak terug in ingewanden en wordt uitgescheiden via de faeces. Omdat vliegen drager zijn van Campylobacter, kunnen deze kiemen zich gemakkelijk verspreiden. Een groot deel van de dieren die bestemd zijn voor de menselijke consumptie, zijn besmet met C. jejuni. Vooral kip en rauwe melk zijn verdachte voedingsmiddelen. Onderzoek van de Keuringsdienst van Waren wees uit dat in 2001 32,5% van de kipproducten besmet was met Campylobacter. In de zomermaanden neemt dit percentage toe tot 50% in augustus.
In Nederland is 4,5% van de rauwe melk besmet en 0,2% van de consumptiemelk besmet. In de USA is 50-60% van de kipkarkassen besmet, zelfs tot 94% in Australië. Een belangrijke bron van Campylobacter is water indien men dit niet behandeld heeft met bijvoorbeeld chloor.
Ziektebeelden
Campylobacterose/Campylobacter enteritis | Enterotoxine en cytotoxine |
MID | Bij gezonde mensen: 106 cellen. Mensen met verlaagde weerstand: 5 x 102 cellen |
Incubatietijd | Zeer variabel, meestal 48-82 uur tot 7-10 dagen of zelfs meer |
Algemeen ziektebeeld | Buikpijn en kramp, (waterige, plakkerige) diarree, kramp, overgeven, koorts, hoofd- en spierpijn. |
Complicaties | Bloedige ontlasting, nierinsufficiëntie (hemolytic uremic syndrome), zweren in darmen, buikpijn lijkende op acute appendicitis (blindedarmontsteking) en Guillain-Barré syndroom (auto-immuunziekte dat de zenuwen aantast). De kans hierop is 1 op 100.000 ziektegevallen. Sommige mensen hebben een verhoogde kans op artritis (gewrichtsontsteking).In 25% van de gevallen komt terugval voor. |
Duur | 1-4 dagen bij algemeen ziektebeeld, diarree tot 2-7 dagen, darmkrampen kunnen nog wekenlang aanhouden |
Mortaliteit | Geschat wordt 0,1%, vooral bij mensen met een verlaagde weerstand, zoals kankerpatiënten en bejaarden |
Risicogroepen | Kinderen < 5 jaar, jongeren tussen 15-29 jaar |
Therapie | Meestal spontane genezing of medicijnen ter verlichting van de symptomen evt. antibiotica. |