Voedingsmiddelen | zowel dierlijke als plantaardige producten, met name rauwe/besmette groenten, melk, zachte kaas, kip |
Eigenschappen | door vermeerdering bacterie gevaar voor volksgezondheid |
Frequentie | in onbehandelde melk/kaas hoog |
Ernst | hoog |
Beheersing gevaar | leidt vrijwel altijd tot een CCP in bewerkingsprocessen bij verwerking van vlees en melk; in andere voedingsmiddelenindustrieën moet men controleren of de kans bestaat op aanwezigheid |
Preventieve maatregelen | pasteurisatie en hygiëne verwerkers |
Ziektebeeld | incubatietijd: 12 uur tot enkele dagen; mortaliteit hoog griepachtige verschijnselen met aanhoudende koorts, pijn in de rug, hersen(vlies)ontsteking, bloedvergiftiging, baarmoederinfectie, mastitis, abortus en doodgeborenen. |
Algemeen
De algemene benaming voor Listeria is in 1940 veranderd van Listerella naar Listeria. De naam komt van een Engelse chirurg Lord Lister (overleden in 1912), die wond-desinfectie toepaste. Tot in de jaren vijftig werd aangenomen dat de ziekte vooral optrad door contact met wondjes die besmet waren met de bacterie. Bepaalde beroepsgroepen zouden een groter risico hebben, zoals slagers, veeartsen en medewerkers van slachthuizen. Tegenwoordig wordt steeds duidelijker dat voedsel ook een besmettingsbron is. Met name Listeria monocytogenes is pathogeen en veroorzaakt dus ziekte. L. innocua wordt vaak gezien als de niet-pathogene variant van L. monocytogenes.Listeria monocytogenes is tenminste bij 50 zoogdiersoorten pathogeen (waaronder ook de mens), en is bovendien ook pathogeen voor enkele soorten vogels, vissen en schelpdieren. Listeria monocytogenes is, voor een niet sporenvormende bacterie, in behoorlijke mate resistent tegen diverse vormen van conserveringstechnieken zoals invriezen, drogen, hitte. Er zijn vermoedens dat de hitteresistentie toeneemt indien de bacterie op een verhoogde, maar niet dodelijke, temperatuur wordt gehouden.
Origine van Listeria monocytogenes
Listeria monocytogenes wordt gevonden in (riool)water, grond, plantaardige producten (ook kuilvoer), bij dieren (huidflora) en in het spijsverteringskanaal van zowel dieren als mensen en in faeces. Insecten kunnen ook drager zijn (verspreider) van de bacterie. Enkele dieren waarin de bacterie gevonden worden zijn koeien, schapen en kippen.Er zijn aanwijzingen dat 1-10% van de mensen drager zijn. Uit een studie (1980) blijkt dat L. monocytogenes voorkomt in een klein percentage van gezond Nederlands vee (10%) en bij 5% van de mensen die werken in slachthuizen. L. monocytogenes veroorzaakt net als Staphylococcus aureus mastitis (borstklierontsteking), een bekende ziekte in de melkveehouderij. Melk van geïnfecteerde koeien bevat Listeria. In voedingsmiddelenbedrijven kan Listeria spp. voorkomen op o.a. vochtige plafonds en is verspreiding van de bacterie binnen het bedrijf mogelijk via o.a. schoenen en handen.
Listeria monocytogenes kan voorkomen in diverse voedingsmiddelen zoals: rauwe melk, zachte rauwmelkse kazen, kazen, paté, gefermenteerde worst, vers en bewerkt vlees, gefermenteerde sausen, roomijs, vis en schelpdieren, rauwe of gerookte vis. Doordat de bacterie in de grond voorkomt wordt het ook teruggevonden in plantaardige producten zoals groente en fruit die in de volle grond zijn opgekweekt. Maar het meest bekende besmet voedsel is gevogelte en rauwmelkse kazen.
Omdat L. monocytogenes in staat is om bij een lage temperatuur te groeien is het een gevaar in m.n. huishoudens. Dit komt omdat koelkasten vaak een te hoge temperatuur hebben > 5 °C. Zeker in combinatie met de trend om producten steeds langer te bewaren wordt de kans op uitgroei, en dus besmetting, vergroot.
Ziektebeelden
Voedselinfectie | Listeriose | |
MID | < 1000 organismen bij risicogroepen, bij gezonde mensen een hogere dosis. | |
Incubatietijd | Onbekend maar is waarschijnlijk voor de mildere vormen van listeriose 12 uur tot zelfs enkele dagen.Voor zwaardere vormen enkele dagen tot weken. | |
Symptomen | Griepachtige verschijnselen met aanhoudende koorts, pijn in de rug, hersen(vlies)ontsteking, bloedvergiftiging, baarmoederinfectie, mastitis, abortus en doodgeborenen. | |
Duur | Variabel | |
Mortaliteit | Tot 30% bij gezonde mensen en rond de 50% bij risicogroepen incl. abortus. Met name hersenvliesontsteking en infectie bij zwangere vrouwen veroorzaakt sterfte. | |
Risicogroepen | Baby’s, ouderen, zieken, zwangere vrouwen, mensen met een verlaagde weerstand. | |
Therapie | Behandeling met penicilline, sulfamethoxazole (voor mensen die allergisch zijn voor penicilline) e.d. |