Direct bellen: 0183 629 749

Microbiologische gevaren

In dit overzicht vindt u informatie over een aantal microbiologische gevaren die tot een risico kunnen leiden in een HACCP studie. Normaal gesproken zijn beschrijvingen van risico's terug te vinden een een HACCP studie. Een volledige database met gevaren is via ons te bestellen. De gevarenbeschrijvingen op deze site zijn slechts ter illustratie.


Voedingsmiddelen Vlees, zuivel, groente en fruit, water
Eigenschappen

In te delen in 5 groepen

  • Enterohemorragisch (EHEC)
  • Enteropathogeen (EPEC)
  • Enterotoxicogeen (ETEC)
  • Enteroinvasief (EIEC)
  • Facultatief enteropathogeen (FEEC)

Deze laatste groep (FEEC) is slechts zeer zelden oorzaak van gastro-enteritis, en zal daarom hier niet verder uitgewerkt worden. De Enterohemorragische groep, waaronder E. coli O157:H7, is een dermate belangrijke groep, dat deze groep hierna apart behandeld zal worden.

Frequentie laag tot middel
Ernst middel tot zeer hoog
HACCP Leidt regelmatig tot een CCP in bewerkingsprocessen.
Preventieve maatregelen
  • Hitte behandeling (Pasteurisatie of beter)
  • Hygiëne
  • Groei E. coli remmen.
Ziektebeeld EPEC, ETEC en EIEC veroorzaken in de meeste gevallen waterige, soms bloederige en slijmerige diarree, buikkrampen, koorts en een gevoel van algehele malaise.

Algemeen

Escherichia coli werd voor het eerst ontdekt in de menselijke dikke darm in 1885 door de Duitse microbioloog Theodor Escherich. Hij toonde aan dat bepaalde stammen van deze E. coli verantwoordelijk waren voor het ontstaan van diarree en gastro-enteritis bij kinderen.

E. coli-bacterie werd het organisme een populair lab-organisme, omdat de bacterie in staat bleek snel te groeien op zowel arme als rijke media. E. coli kan groeien in een zuurstofrijke omgeving, waarbij het zuurstof gebruikt als terminale elektronen acceptor (aërobe groei), maar het organisme is ook in staat te groeien in omstandigheden zonder zuurstof (fermentatief metabolisme). Doordat E. coli zowel aëroob als anaëroob kan groeien, wordt het organisme als facultatief anaëroob geclassificeerd.

De meeste varianten van de E. colibacterie zijn onschuldige darmbewoners bij de mens. Er zijn echter ook E. colibacteriën waarvan je ziek kunt worden. De zogenaamde EHEC (soms ook STEC genoemd) kan een besmettelijke dikkedarmontsteking veroorzaken met bloederige diarree. De infectie kan bovendien gepaard gaan met braken, misselijkheid en buikkrampen. Als belangrijkste complicatie kan nierbeschadiging (HUS) optreden. Het is een bacterie die al decennia lang bekend is en af en toe tot ziekte-uitbraken leidt. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 10 patiënten met HUS in relatie met een voorafgaande diarree gemeld. Er is de afgelopen decennia slechts een zeer klein aantal EHEC uitbraken in Nederland beschreven.

 

De bacterie komt bij koeien en schapen voor in de darmen. Besmetting vindt meestal plaats door het eten van onvoldoende verhit rundvlees of schapenvlees (barbecue, hamburgers), het drinken van rauwe melk of het eten van besmette rauwe groenten. Besmetting kan ook plaatsvinden door contact met (mest van) besmet vee en door zwemmen in besmet natuurwater. Ook kan de infectie bij onhygiënisch handelen van mens op mens overgaan. Kinderen onder de 5 jaar en mensen boven de 60 jaar hebben een verhoogde kans op complicaties. Bij mild verlopende infecties is een behandeling meestal niet nodig. Extra drinken in de vorm van zoete dranken en dranken met zout (bouillon) is belangrijk. Hiervoor zijn zakjes bij de drogist of apotheek te koop (ORS). EHEC infecties worden gewoonlijk niet met antibiotica behandeld omdat een dergelijke behandeling de kans op een gecompliceerd verloop kan vergroten. Aangezien deze infecties niet goed met antibiotica behandelbaar zijn, is preventie van besmettingen van het allergrootste belang. Het feit dat deze bacterie ESBL produceert en dus multiresistent is, speelt geen rol bij de behandeling.

Origine van Escherichia coli

E. coli is van nature een darmbewoner van mens en dier. Normaal gesproken speelt E. coli in het lichaam een gunstige rol, doordat het de groei van schadelijke micro-organismen in de darm remt. Daarnaast synthetiseert E. coli een waardevolle hoeveelheid vitaminen. Slechts een minderheid van de E. coli-stammen is in staat ziekten te veroorzaken bij de mens. Deze ziekten worden globaal via twee verschillende mechanismen veroorzaakt:

  ETEC- en EHEC-stammen produceren toxinen, waardoor ziekteverschijnselen optreden.
  EPEC en EIEC hechten zich aan de darmwand en zijn in staat de epitheelcellen van de darmwand te beschadigen, waardoor ziekteverschijnselen optreden.

Enterotoxicogene Escherichia coli (ETEC)

MID 108 tot 1010 cellen
Incubatietijd 24 uur
Symptomen waterige diarree, koorts, kramp, misselijkheid en algehele malaise
Duur  –
Mortaliteit erg laag
Risicogroepen kinderen en reizigers
Voedingsmiddelen onbehandelde zuivelproducten, producten uit landen met verminderde hygiënestandaard

Enteropathogene Escherichia coli (EPEC)

MID Voor kinderen laag, voor volwassenen >106 cellen.
Incubatietijd 24 uur
Symptomen Waterige, bloederige diarree
Duur  –
Mortaliteit  50% v.d. ziektegevallen (kinderen) in derde wereldlanden
Risicogroepen Kinderen
Voedingsmiddelen Rauw rundvlees en rauw kippenvlees. In derde wereldlanden is de belangrijkste oorzaak gecontamineerd water.

Enteroinvasieve Escherichia coli (EIEC)

MID Erg laag. < 10 cellen.
Incubatietijd 24 uur
Symptomen Waterige, bloederige en slijmerige diarree lijkend op dysenterie.
Duur Self-limiting in de meeste gevallen.
Mortaliteit Laag
Risicogroepen Iedereen is vatbaar voor deze vorm van infectie van Escherichia coli.
Voedingsmiddelen Hamburgervlees, rauwe melk.
Voedingsmiddelen Gedroogde voedingsmiddelen, opgewarmde soepen, kruiden, specerijen en rollades
Eigenschappen Vormt enterotoxine
Frequentie Laag tot middel
Ernst Middel tot hoog
HACCP Leidt regelmatig tot een CCP in bewerkingsprocessen
Preventieve maatregelen Voldoende verhitten en diep koelen
Ziektebeeld Buikkramp en diarree

Algemeen
Clostridium perfringens is een veroorzaker van voedselvergiftiging. De symptomen van de vergiftiging worden veroorzaakt door een hittegevoelig eiwit, dat aanwezig is in de wand van de spore, die gevormd kunnen worden door Clostridium perfringens. Dit enterotoxine wordt door Clostridium perfringens geproduceerd terwijl de kiem in de darm uitgroeit. Een van de eerste referenties met betrekking tot vergiftiging met Clostridium perfringens stamt uit de Eerste Wereldoorlog (gasgangreen). ‘Darmbrand’ (Duitsland 1948) en het Pigbel-syndroom (Guinea 1950) worden ook toegeschreven aan de bacterie. In 1945 werd het eerste geval van voedselvergiftiging als gevolg van Clostridium perfringens vermeld.

Origine van Clostridium perfringens
Clostridium perfringens vormt sporen welke vrijwel overal worden teruggevonden. Typische bronnen van contaminatie zijn grond, stof, faeces en water.De bacterie wordt daarom vaak teruggevonden in producten die hiermee in aanraking zijn geweest, waaronder voornamelijk vlees. Vooral producten welke anaëroob worden bewaard hebben een verhoogd risico op de aanwezigheid van Clostridium perfringens en de toxinen ervan. In enkele gevallen kan Clostridium perfringens (type C) het Pigbel-syndroom veroorzaken. Deze aandoening ontstaat als grote hoeveelheden Clostridium perfringens ingeslikt worden. Het toxine dat dit type Clostridium perfringensproduceert veroorzaakt necrose (afsterving) van weefsel, waardoor darmbacteriën de bloedbaan binnen kunnen dringen. Deze aandoening loopt uiteindelijk in de meeste gevallen fataal af.

Ziektebeelden

Neurotoxines

Clostridium perfringens type A, B, C, D, E

bullet Type A meest verantwoordelijk voor voedselvergiftiging
bullet Type C veroorzaker van Pigbel-syndroom
MID  inname van tenminste 108 cellen
Incubatietijd 8 tot 22 uur
Symptomen Buikkramp en diarree. In uitzonderlijke gevallen kan necrotische enteritis optreden (Pigbel-syndroom), welke in de meeste gevallen fataal is. Komt vrijwel uitsluitend voor in ontwikkelingslanden.
Duur 24 uur met een uitloop naar 1-2 weken voor de lichtesymptomen
Mortaliteit laag voor "gewone" infectie (incidenteel overlijden als gevolg van dehydratatie) bij Pigbel-syndroom hoge mortaliteit
Risicogroepen Jonge kinderen en ouderen
Voedingsmiddelen alle voedingsmiddelen die in aanraking komen met grond en/of water
Eigenschappen vormt exotoxine, sporenvormer
Frequentie laag tot middel
Ernst hoog tot zeer hoog
Preventieve maatregelen hygiëne verwerkers, sterilisatie (enterotoxine niet te verwijderen).

Algemeen

Clostridium botulinum is de veroorzaker van een ziekte die botulisme genoemd wordt. De symptomen van botulisme worden veroorzaakt door een extreem toxisch, in water oplosbaar exotoxine. Dit exotoxine wordt door C. botulinum geproduceerd terwijl de kiem in voedingsmiddelen groeit. Een van de eerste referenties met betrekking tot humaan botulisme stamt uit de tijd 886-912 AD waar keizer Leo VI, een van de heersers van het Byzantische rijk, het eten van bloedworst verbiedt vanwege een groot aantal zieken en zelfs een aantal doden onder zijn soldaten.

Origine van Clostridium botulinum

Clostridium botulinum vormt sporen die vrijwel overal worden teruggevonden. Typische bronnen van contaminatie zijn grond en water. C. botulinum wordt daarom vaak teruggevonden in producten die hiermee in aanraking zijn geweest zoals (ingeblikte) groenten, fruit, vlees, vis en honing. Vooral producten met een hoge pH (>4,6) die anaëroob worden bewaard, hebben een verhoogd risico op de aanwezigheid van C. botulinum en de toxinen van C. botulinum. 

Er bestaan vier varianten van humaan botulisme: botulisme als gevolg van de consumptie van levensmiddelen, wond-botulisme, kinder-botulisme en een nog niet-geclassificeerde variant. De eerste variant ontstaat na de consumptie van levensmiddelen waarin het toxine van C. botulinum aanwezig is. Wond-botulisme is erg zeldzaam. De ziekte ontstaat wanneer C. botulinum (in combinatie met andere bacteriën) een wond infecteert en daar het toxine gaat produceren. Het toxine wordt opgenomen in de bloedbaan. Deze vorm van botulisme heeft vrijwel nooit met de consumptie van levensmiddelen te maken.

Ziektebeelden

Neurotoxines:

Voor mensen C. botulinum type A, B, E en F 
Voor vee C. botulinum type B, C en D 
Voor vogels C. botulinum type C en E 
MID 0,2 μg toxine. Incubatietijd 12 tot 72 uur
Symptomen Soms misselijkheid en braken, gevolgd door moeheid, duizeligheid, hoofdpijn, spierkrampen, dubbel zien, ademhalingsmoeilijkheden.
Duur 1-10 dagen Mortaliteit 30-65%
Risicogroepen Kleine kinderen, bejaarden, alle consumenten 
Therapie toedienen antisera, eerst cocktail, later specifiek, beademing. 

Het typische ziektebeeld dat wordt veroorzaakt heeft over het algemeen een zelfde verloop. In eerste instantie vindt de verlamming plaats van het gezichtsvermogen en het gezicht. Daarna ‘zakt’ de verlamming naar beneden, naar de nek, via de borst, naar armen, benen, tenen en vingers. Zodra verlamming optreedt van het middenrif, stopt de ademhaling en is verstikking het gevolg.

©1999 - 2024 Eurofins WFC Analytics BV Alles op deze website is met de grootste zorg samengesteld, mochten er zaken op staan die onjuist zijn of van copyright van derden zijn voorzien, laat het ons alstublieft weten

Deze website maakt gebruik van Cookies. Dit zijn uitsluitend cookies om de website te kunnen laten werken. Als u verder gaat op onze website, gaat u akkoord met het gebruik van deze cookies.